Bonifatius, een man met een missie 

Het christendom breidde zich al uit tijdens de Romeinse Tijd

Kort na de dood van Jezus ontwikkelde het christendom zich van een geloof van een kleine groep binnen de Joodse gemeenschap tot een nieuwe religieuze beweging. De kleine groep werd langzaam maar zeker steeds groter.

Het christendom won snel aan populariteit, omdat Jezus zich niet alleen richtte tot de rijken, maar juist ook mensen zonder aanzien aansprak en het vooruitzicht bood dat er ook voor hen een plaats was in het hiernamaals.

Bovendien werd het christendom in het Romeinse Rijk erkend als geloof en in 381 werd het zelfs de staatsgodsdienst van dit rijk. Hierdoor werd het geloof door heel Europa verspreid.

Dankzij het wegenstelsel konden gelovigen die hetdie wegen konden monniken, zoals Willibrord door heel Europa trekken en over het leven van Jezus vertellen. Steeds meer mensen geloofden dat hij hun voorbeeld was en dat ze volgens de regels van de ene God waar Jezus over verteld had moesten leven.

De koning bepaalde wat goed en slecht was, ook als het ging om het geloof

Het christendom werd dus niet alleen bekend omdat de gelovigen zelf hun boodschap verspreidden, zoals Jezus dat aan de apostelen gevraagd had. De koningen speelden hier een belangrijke rol bij.  Het was in die tijd zo, dat wat een koning geloofde, dat geloofden zijn onderdanen ook.

Aan de ene kant, omdat ze de koning als een heel belangrijk en wijs man zagen, en ze daarom vonden dat hij het waard was om te volgen. Ze waren ervan overtuigd dat hij het juiste deed.

Aan de andere kant was het ook zo, dat het simpelweg moest. Wie niet wilde, die werd gedwongen. Het geloof hoorde bij de regels van hoe er geleefd moest worden in een koninkrijk.

Niet iedereen vond dat de koning gelijk had

De eerste eeuwen na Jezus dood was een overgangstijd. In sommigen plaatsen wilden mensen wel geloven en in andere plaatsen vonden ze het helemaal niks. Ze hadden al hun eigen geloof.

Een van de plaatsen waar de mensen het woord van Jezus maar flauwekul vonden, was Dokkum.

Omdat het christendom groeide, groeide het aantal kloosters ook en daarmee het aantal monniken dat als taak had om mensen te vertellen over het leven van Jezus, over de ene God, over het christelijke geloof en om hen te bekeren.

Bonifatius was zo’n monnik. Hij werd in het jaar 672 geboren in Engeland en kreeg van zijn ouders de naam Winfrid. Hij was nog maar 7 jaar toen hij het klooster in ging en op zijn dertigste werd hij priester.

Toen hij 15 jaar priester was geweest in Engeland ging hij weg uit Engeland om op missie te gaan naar Friesland. Zo heet dat, als een christen ergens heen gaat om andere mensen te bekeren tot het christendom. Op missie gaan.

Bonifatius krijgt een opdracht van de paus

Toen Bonifatius aankwam in wat nu Nederland is, kreeg hij de opdracht om eerst naar de Paus te gaan. Die vertelde hem dat hij de Germanen in het gebied ten oosten van de Rijn moest gaan kerstenen. Bekeren dus. Hij kreeg toen ook zijn nieuwe naam: Bonifatius. Dat betekent ‘hij die het goede doet’.

Hij begon in Thüringen met zijn werk. Dat is een gebied in Duitsland. Daar werd hij al snel bekend en hij bekeerde er heel veel mensen tot het Christendom.

Hij deed dat op zijn eigen bijzondere manier. Ik zal je vertellen hoe.

Lees maar:

De Germanen geloofden in natuurgeesten en in allerlei verschillende goden en zij zagen de eik als een heilige boom en een heilige plaats. Bonifatius liet die heilige bomen omhakken en zei dan: als deze bomen echt heilig zouden zijn, dan zouden ze beschermd worden door jullie goden en dan zou ik dit nooit ongestraft kunnen doen.

Hij deed en vertelde dit met zo'n overtuigingskracht dat het niet alleen voor hemzelf maar ook voor veel Germanen was alsof hij zo bewees dat hun goden niet bestonden. Daarna vertelde hij over Jezus en over de ene God van het christendom. Vaak waren de mensen zo onder de indruk van wat er gebeurde dat ze hem geloofden en dan bekeerden ze zich tot het christendom.

Elke bekeerling sprak een doopbelofte uit

Elke bekeerling moest een doopbelofte uitspreken. Daarin stond met welke Germaanse gewoonten en gebruiken de bekeerlingen moesten breken. Er is zo’n doopbelofte bewaard gebleven en die luidde als volgt:

Ec forsacho diabolae, end allum diobolgeldae, end ec forsacho allum dioboles wercum and wordum, Thunaer ende Woden ende Saxnote ende allum them unholdum the hira genotas, sint. Ec gelobo in Got alamehtigan fadaer. Ec gelobo in Crist gotes suno. Ec gelobo in Halogan Gast.

We zouden het vandaag de dag zo zeggen:

Ik zweer de duivel af, en alle duivelsoffers, en ik verzaak alle werken en woorden van de duivel, Donar, Wodan, Saxnot en de afgoden die hun gezellen zijn. Ik geloof in God de almachtige Vader, in Christus Gods Zoon en in de Heilige Geest.

Kerken in plaats van heilige bomen

Steeds als Bonifatius heilige bomen omgehakt had en mensen bekeerd had, liet hij op de oude heilige plekken kerken en kloosters bouwen van het hout dat zo beschikbaar was gekomen.

Bonifatius deed zijn missiewerk in een heel groot gebied. Ook in Nederland. En hij werkte zelfs een tijd samen met Willibrord, de meest bekende monnik en missionaris uit ons land.

Bonifacius gaat naar Friesland

Op een zeker moment ging Bonifatius naar het Noorden, naar Friesland. Daar ging hij op dezelfde manier te werk als elders, zoals hierboven geschreven is. Hij liet heilige bomen omhakken en doopte vervolgens de Friezen die zich wilden bekeren tot het christelijke geloof.

Maar niet alle Friezen waren overtuigd van zijn gelijk. En niet alle Friezen waren bereid hem zomaar zijn gang te laten gaan. Op een dag werd hem dat zelfs fataal.

Hoe het precies gebeurd is, weten we niet, maar het zou zo gegaan kunnen zijn:

Toen Bonifatius 84 jaar oud was hield hij een doopfeest in Dokkum. Terwijl hij achter zijn kleine draagbare altaar stond en zijn mis oplas, hoorde hij geroep uit de verte. In eerste instantie dacht hij dat er meer mensen aankwamen die zich wilde aansluiten bij de groep, die de mis wilden bijwonen en die zich wilden bekeren. Maar de werkelijkheid blijkt anders...

Onverwachte bezoekers op het doopfeest

Als ze wat dichterbij komen ziet hij dat het anders is dan wat hij verwachtte. De groep die naar hen toe komt is een groep woeste Friezen, met getrokken zwaarden en speren in de aanslag. Er is een aantal ridders dat de mis bijwoont en zij tonen zich meteen bereid om de tegenaanval te openen en om Bonifatius te beschermen.

Maar Bonifatius houdt hen tegen. Zijn geloof zegt hem dat je kwaad niet met kwaad mag vergelden en hij wil daarom ook niet dat anderen uit zijn groep dat doen. Hij is ervan overtuigd dat God hem zal verlossen. Desnoods na de dood.

Hij roept daarom de ridders tot de orde en voorkomt dat ze hun wapens gebruiken:

“Laat af mannen, van de strijd. Want het ware getuigenis van de heilige schrift leert ons niet kwaad met kwaad te vergelden. Hoopt op Hem, want Hij zal u verlossen.” Een paar van de monniken die bij de missen aanwezig zijn rennen op Bonifatius af en gaan om hem heen staan als een menselijk schild. Hij ziet hoe bang ze zijn, hoe ze staan te beven van angst, en hij schudt zijn hoofd en spreekt ze vaderlijk en vermanend toe: “vreest niet hen, die het lichaam doden, Maar de ziel, die eeuwig leven zal, niet kunnen verwoesten. Verheugt jullie liever In de heer, die jullie In de hal van de hemel woonplaatsen bij de hoogste engelen aan zal wijzen. Gaat standvastig In de hier tijdelijke dood binnen, opdat jullie met Christus in alle eeuwigheid heersen kunt.” *

Als uiteindelijk Bonifatius oog in oog staat met een van zijn belagers en een zwaard op zich af ziet komen, houdt hij instinctief het dikke boek waaruit hij aan het voorlezen was boven zijn hoofd om zichzelf te beschermen. Het mag niet baten, het boek valt uit zijn handen, hij valt zelf op de grond en een van de aanvallers geeft hem de genadeslag.

Zo komt Bonifatius op brute wijze aan zijn einde.

Bonifatius wordt heilig verklaard

Zijn lichaam en het boek waarmee hij zich verdedigde zijn naar een klooster in Duitsland gebracht. Het is een klooster dat hij kort daarvoor zelf stichtte.

En 5 jaar later schrijft een monnik zijn levensverhaal op en Bonifatius wordt heilig verklaard.

In Dokkum staat nu, vandaag de dag, een standbeeld van Bonifatius, met dat boek boven zijn hoofd. En het is een bedevaartsoord geworden. Heel veel christenen gaan er naartoe om Bonifatius te herdenken en te eren.

De kerk raakte ingeburgerd

Hoe meer kerken er kwamen, hoe gewoner de kerk werd, en hoe gewoner het ook werd om naar de kerk te gaan voor mensen.

Toen Bonifatius stierf, waren veel mensen in Nederland al bekeerd tot het christendom.

Aan het einde van de middeleeuwen was zo’n kerk elke dag open en een pastoor was verplicht om elke dag een mis te leiden. In zo'n bijeenkomst las en zong hij uit de Bijbel, vertelde de mensen wat wel en niet goed was volgens het christelijke geloof en de mensen zegden samen het gebed op.

Al honderden jaren bidden christenen op dezelfde manier

Het oudste gebed uit het christendom wordt nog steeds door veel mensen elke dag gebeden. Dat is het onze vader.

Het gaat zo:

Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome tot ons,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood,
En vergeef ons onze schulden
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven,
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.

Want U is het rijk
En de kracht
En de heerlijkheid
In eeuwigheid.

Amen

In die tijd werd dit gebed niet in het Nederlands gezegd, maar in het Latijn, want dat was de taal die de monniken, de bisschoppen en de Paus gebruikten:

Pater noster, Qui es in caelis,
Sanctificetur nomen tuum.
Adveniat regnum tuum.
Fiat voluntas tua,
sicut in caelo et in terra.
Panem nostrum quotidianum da nobis hodie,
Et dimitte nobis debita nostra,
Sicut et nos dimittimus debitoribus nostris.
Et ne nos inducas in tentationem:
Sed libera nos a malo.

Quia tuum est regnum,
Et potestas, Et gloria in saecula. Amen

En dat klonk zo:

* uit: Het grote vaderlandse geschiedenisboek

Ontvang de Gratis E-cursus

De natuur nodigt ons uit om met haar mee te bewegen. De veranderingen van de seizoenen maken dat heel goed zichtbaar en voelbaar.


In de gratis cursus Op Reis door de Seizoenen ontdek je hoe je stap voor stap thuis de Waldorf sfeer creëert, met de jaarcyclus als uitgangspunt.


Klik hieronder om je aan te melden en direct te beginnen.

>