Zijn kabouters en elfen alleen sprookjesfiguren?
Niet alleen in sprookjes, maar ook in andere volksvertellingen spelen allerlei elementenwezens een rol. Kabouters, elfen, trollen, gnomen, aardgeesten, watergeesten, zeemeerminnen en zeemeermannen, we hebben ze allemaal weleens langs zien komen in een of ander verhaal. Maar bestaan kabouters en elfen echt?
Voor wie ze waarneemt is het zo klaar als een klontje en voor wie ze niet waarneemt, is het vaak net zo duidelijk. Misschien helpt het om eens te onderzoeken wat het eigenlijk zijn.
De vier elementen uitgebeeld als elementenwezens
De wereld van de elementenwezens is te verdelen in vier hoofdgroepen. Zo zijn er aardewezens, waterwezens, luchtwezens en vuurwezens. (1.) Onder de aardewezens vallen onder andere de dwergen, de trollen, kabouters, leprechauns en gnomen. Onder watergeesten vallen de nimfen, de nimfen en de zeemeerminnen. Bij de luchtwezens horen de elfen, de deva’s en de driaden. En onder de vuurwezens de vulkanen, de salamanders en de djinns.
De vier elementen staan voor het soort elementwezen en de daarbij behorende taak die ze in de natuur te vervullen hebben. De aardewezens zorgen voor gezondheid en levenskracht, de waterwezens zorgen voor flexibiliteit en levensvreugde, de luchtwezens zorgen voor helderheid, inzicht en inspiratie en de vuurwezens ondersteunen bij verandering en transformatie.
Het gaat hier niet om wezens die je kunt zien en voelen zoals we medemensen, dieren, planten en stenen kunnen zien en voelen. De elementenwezens zijn beter te begrijpen als je ze ziet als een energie of een oerkracht.
Tegelijkertijd is het goed te beseffen dat die oerkracht vaak uit balans is in onze huidige samenleving, omdat elementenwezens natuurwezens zijn en we nog weinig echte natuur hebben in ons land. (2.)
Leren om elementenwezens waar te nemen
Rudolf Steiner sprak niet alleen over elementenwezens, hij gaf zelfs aanwijzingen om ze te kunnen gaan waarnemen. (3.) Hij was duidelijk overtuigd van hun bestaan en menig kleuterjuf op een waldorfschool is het met hem eens en zal vol overgave vertellingen over deze wonderlijke wezens delen. Zoals bijvoorbeeld Het Zonne-ei van Elsa Beskow.
In enkele van zijn voordrachten legde hij uit dat elementenwezens net zoiets zijn voor stenen, planten en dieren als de levensenergie die ervoor zorgt dat de mens leeft. (4.) Die energie noemde hij het etherlichaam. Waar het etherlichaam bij en mens een min of meer vaststaande vorm heeft, daar hebben de etherlichamen die bij de stenen, planten en dieren horen heel verschillende verschijningsvormen.
Nieuwsgierig geworden?
Op zoek naar rust reist de Amerikaanse Tanis Helliwell naar Ierland, het land van haar voorouders. Vastberaden om zichzelf naar verlichting te mediteren, komt ze daar in een heel andere situatie terecht dan die ze voor zichzelf bedacht. In haar zomerhuisje blijkt een familie leprachauns te wonen. Ben je nieuwsgierig naar elementenwezens, maar niet zo dat je ze zelf wilt leren waarnemen? Dan is haar boek een leuke vertelling die je als waarheidsgetrouw of als een modern sprookje kunt lezen. (5.)
Kabouters en elfen zijn niet onlosmakelijk verbonden met waldorf onderwijs
Het is goed om te beseffen dat de kinderen op een waldorfschool niet leren dat kabouters of elfen echt bestaan, deze figuren worden als beeld gebruikt voor de ontwikkelingen en de krachten die we in de natuur om ons heen kunnen waarnemen bij de gang door de seizoenen.
Niet elke waldorf leerkracht is overtuigd van het bestaan van deze wezens. Wel of niet geloven staat eenieder vrij. En wanneer je als juf of meester zelf niet overtuigd bent van het bestaan, is het goed als je dicht bij je eigen waarneming blijft en de aankondiging van de lente niet met behulp van kabouters of elfen beschrijft, maar met bijvoorbeeld de opkomst van de krokus en de geboorte van het lammetje.
De essentie zit bij jou van binnen
Waar het om gaat is dat je als leerkracht of ouder in jezelf op zoek gaat naar het wonderlijke gevoel dat je ervaart bij de veranderingen die je in de natuur kunt waarnemen bij het wisselen van de seizoenen. En datgene wat voor jou in uiterlijke vormen het best weergeeft wat je dan ervaart, dat gebruik je het best als beeld in je lessen of vertellingen. Het beste beeld is dus niet vastgelegd, het is bij verschillende mensen steeds een ander beeld. Omdat het gaat om de afstemming van de innerlijke beleving met de uiterlijke wereld. En dat is iets heel persoonlijks.
Bronnen:
1. Ron van Valkenberg – Atlas van Natuurgeesten
2. Marko Pogacnik – De aarde genezen
3. Rudolf Steiner – De weg tot inzicht in hogere werelden
4. Rudolf Steiner – Leven met engelen en natuurgeesten
5. Tanis Helliwell – Een zomer met het kleine volkje
6. Marko Pogacnik – Nature spirits & elemental beings