De drie oerdeugden van de mens
Het boekje opent met de drie oerdeugden van de mens, die tijdens de opvoeding van het kind ontwikkeld dienen te worden:
- dankbaarheid
- liefde
- plichtsgevoel
Alle drie deze deugden ontwikkelen zich vanzelf, mits het kind door het juiste omgeven wordt in de periode dat de aanleg voor de betreffende deugd gevormd wordt.
De ontwikkeling van dankbaarheid
De dankbaarheid relateert Steiner aan een gevoel van religiositeit, als de liefde tot God, die zich volgens hem zal ontwikkelen tot die dankbaarheid. Zoals altijd legt hij aan de hand van een beeldend voorbeeld uit wat hij precies bedoelt.
Omdat dit in de eerste zeven jaar van het leven als zaadje geplant wordt, is het voor een leerkracht of begeleider van groot belang om met de ouders een gesprek aan te gaan als een kind op school komt. Zo krijgt de leerkracht een beeld van die eerste jaren en van de kiemen die er in die tijd gelegd zijn.
De ontwikkeling van liefde
De tweede deugd, de liefde, ontwikkelt zich in de onderbouwleeftijd, dus in de fase van 7 tot 14 jaar. De liefde bedoelt Steiner hier in de breedst mogelijke zin van het woord.
Steiner beschrijft op prachtige wijze hoe dankbaarheid en liefde op een heel verschillende manier in het kind tot ontwikkeling komen. Voor de dankbaarheid plant je als het ware een zaad, dat dan min of meer vanzelf ontkiemt en uitgroeit tot de deugd die het later wordt.
Maar voor de liefde moet je daadwerkelijk werken, het is een soort voeden met liefde waardoor deze kwaliteit langzaam maar zeker kan ontwaken in het kind. Het waldorf onderwijs is zo vormgegeven dat het die liefde alsmaar meer wakker laat worden, beetje bij beetje. Dit is de reden dat alles, maar dan ook echt alles dat aan lesstof aangeboden wordt, in beelden gevangen moet worden en mooi moet zijn. En dat niet alleen, de leerkracht moet het zo aanbieden dat hij er zelf ook werkelijk van geniet. Dat is namelijk waaraan die liefde wakker kan worden. Ook hiervoor geeft Steiner in de betreffende voordrachten heel heldere aanwijzingen.
De ontwikkeling van het plichtsgevoel
Wanneer de dankbaarheid aan het ontkiemen is en de liefde gewekt is, kan het kind vanaf het 14e jaar, vanaf de geslachtsrijkheid, als het ware gaan oefenen met werken vanuit liefde, om zo de derde deugd, het plichtsgevoel te ontwikkelen. Het is hierbij van groot belang dat het kind aan de ene kant leert ervaren en volgen om dat te doen waar het van houdt en aan de andere kant leert houden van de dingen die nu eenmaal ook gedaan moeten worden.
Het is de taak van de leerkracht en de opvoeder om aan de ene kant de juiste omgeving te scheppen, zodat het kind kan ontwikkelen wat het te ontwikkelen heeft. En aan de andere kant om het kind te helpen om obstakels te overwinnen die een optimale ontwikkeling in de weg staan.
Opvoeding en zelfopvoeding gaan hand in hand
In alles wat Steiner in deze voordrachten deelt, maakt hij duidelijk op opvoeding en zelfopvoeding onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Steiner vat dit alles samen in drie gouden regels:
Het kind met eerbied ontvangen,
in liefde laten groeien en
in vrijheid vrijlaten.*
* Om het copyright niet te schenden is hier voor een andere vertaling gekozen dan in het boek.
Waar komt deze informatie vandaan
Het boekje “Opvoeding en zelfopvoeding van kinderen en tieners” combineert een aantal voordrachten van Rudolf Steiner met betrekking tot dit onderwerp om zo tot een waardevol overzicht te komen van wat er nodig is in de opvoeding van kinderen in deze leeftijden.
Het gaat hier om een voordracht in Dornach van 20 april 1923, en fragment uit een voordracht in Oxford van 29 augustus 1922, een fragment van een voordracht in Oxford van 19 augustus 1922 en tot slot, als afsluiter, een afdruk van een aantekening van Rudolf Steiner zelf in een notitieboekje.
Het boek is uitgegeven door Pentagon en verdient het om in zijn geheel gelezen (en herlezen) te worden. Door ouders en zeker ook door leerkrachten. Het is o.a. te koop via Bol.com en natuurlijk ook te bestellen via de plaatselijke boekhandel.