De kabouterkinderen is een echte klassieker
De kabouterkinderen van Elsa Beskow is met recht een klassieker te noemen. Het boek werd voor het eerst uitgebracht in 1910 in het Zweeds, de moedertaal van de schrijfster en tekenares van dit boek.
De kabouterkinderen gaat over vier kabouterkinderen die zich dankzij hun rood met wit gestipte mutsen veilig door het bos kunnen begeven. De dieren zien hen immers aan voor giftige paddenstoelen zodra ze tussen het gras op hun hurken gaan zitten. In het boek beleven we de seizoenen met de kabouterkinderen mee. Het spelen en het werken en zelfs hun eerste schooldag. Een prachtig boek dus om rond die eerste schooldag voor te lezen, thuis of in de klas.
Elsa Beskows boeken geven de waldorf sfeer heel mooi weer
De kabouterkinderen is net als al Else Beskows boeken een ontzetten lief en sfeervol prentenboek dat heel geschikt is voor peuters en kleuters. Het heeft prachtige grote platen die het verhaal in een sprookjesachtige sfeer mooi in beeld brengen. Echt een lust voor het oog.
In de prentenboeken van Elsa Beskow speelt de natuur en de cyclus van de seizoenen een belangrijke rol. Je waant je even in een van de vele sprookjesbossen van het Zweedse platteland.
De prentenboeken van Elsa Beskow zijn al vele jaren geleden door de waldorf scholen in het hart gesloten. Ze lijken daarom haast verweven met het waldorf onderwijs of de waldorf opvoeding, maar ze zijn natuurlijk voor iedereen erg leuk.
Wie was Elsa Beskow?
Elsa Maartman was al op jonge leeftijd gefascineerd door tekenen en schrijven. Ze volgde kunstonderwijs aan de technische school in Stockholm. Daarna ging ze als tekenlerares werken aan de middelbare school in Djursholm. Daar ontmoette ze schooldirecteur en theoloog Natanael Beskow, waarmee ze in 1897 trouwde. Ze kregen samen zes zonen.
Vanaf 1894 leverde Elsa Beskow bijdragen voor Jultomten, een Zweeds tijdschrift voor kinderen. Van 1897 tot 1952 maakte ze in totaal 33 prentenboeken en acht sprookjesboeken. De natuur en sprookjesfiguren spelen daarin een belangrijke rol. Vaak kregen elementen uit de sprookjeswereld, zoals elfen of kabouter, een belangrijke rol in haar boeken. Tomtebobarnen, de oorspronkelijke Zweedse titel van De kabouterkinderen, schreef ze in 1910.
Ze werd de bekendste jeugdauteur in Zweden en veel van haar boeken werden klassiekers en worden nog steeds voortdurend herdrukt. Naast alle prentenboeken die ze maakte, illustreerde ze ook ABC-boeken en liedjesboeken voor Zweedse scholen.
De kabouterkinderen is vertaald naar het Nederlands en door uitgeverij Christofoor uitgebracht. Op het moment van schrijven van dit artikel is het opnieuw in herdruk.
